Kan je het je voorstellen? Je wordt opgenomen in het ziekenhuis met een hartinfarct, je ondergaat een dotterprocedure en krijgt een hamburger, met spek, kaas en een stuk carrot cake als avondeten. Klinkt absurd, maar zorginstellingen kunnen nog een hoop verbeteren als het op gezond eten aankomt.
De patiënt die dit overkwam wist eigenlijk wel dat het ‘too much’ was, maar dat belette hem niet de volgende dag hetzelfde te bestellen, en te krijgen. Hij vertelde later: ‘Ik nam aan dat het ziekenhuis met niet iets zou geven waar ik dood van zou neervallen’. Hij dacht: ‘Als het ziekenhuis het me geeft, zal het wel oké zijn’. En dat denken we allemaal. Als we aan het ziekenhuis of een andere zorginstelling denken, dan denken we aan gezondheid. En als we denken aan het eten in zorginstellingen dan denken we aan gezond eten. Dit is dus niet vanzelfsprekend en daar moet wat aan veranderen.
We eten nog veel te ongezond
In 2016 werd geschat dat 1 op de 5 vroegtijdige overlijdens wereldwijd te wijten was aan ongezonde voeding. Dat is een ongelooflijk aantal. 3 jaar later, in 2019, is er nog een grootschalig onderzoek geweest naar de oorzaken van de niet-overdraagbare aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, kanker of diabetes. Dit onderzoek wees voeding aan als de grootste beïnvloedbare risicofactor voor hart- en vaatziekten. Hart- en vaatziekten zijn nog steeds een gigantische oorzaak voor ziekte en mortaliteit. Er is ook veel bewijs van cohortstudies die aantonen dat een gezonder voedingspatroon geassocieerd is met een 14-29% risicoreductie in hart- en vaatziekten.
Ondanks deze immense aantallen en de duidelijke gevolgen van ongezonde voeding, eten we nog steeds nauwelijks gezond. Een van de meest voor de hand liggende elementen van een gezond voedingspatroon is genoeg groente en fruit. Een voedingsrapport van de EU in 25 Europese landen waaronder Nederland, liet zien dat maar vier van deze landen gemiddeld de aangeraden 400g groente en fruit per dag haalden. Ook bleek dat er veel te veel verzadigd vet en zout werd geconsumeerd. Een Nederlandse peiling door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, laat zien dat maar 16,4% van de Nederlanders dagelijks 200g groente eet en zelfs maar 12,9% van de Nederlanders genoeg (2 stuks/200g) fruit eet. Wel eten we blijkbaar gemiddeld 60 gram toegevoegde suikers per dag. Genoeg ruimte voor verbetering dus.
Betere voeding, beter voorbeeld
Verbetering kan op verschillende plekken en niveaus plaatsvinden. Zorginstellingen, overheidsorganen, scholen, commerciële partijen en individuen kunnen allemaal een bijdrage leveren aan een gezonder voedingspatroon. Zo kunnen er maatregelen komen die gezonde voeding aantrekkelijker of gemakkelijker beschikbaar maakt. Ook zou de drempel naar ongezonde voeding hoger gemaakt kunnen worden. Het is belangrijk om te beseffen dat er niet maar een persoon of instantie verantwoordelijk is voor de staat van ons dieet. Alle betrokkenen zouden moeten samenwerken om hier stappen in te maken.
Vanuit de Europese vereniging van de cardiologie is al een dergelijke stap gemaakt. In de ESC-richtlijn (European Society of Cardiology) van 2021 voor hart- en vaatziekten preventie in de klinische praktijk wordt een gezond dieet een hoeksteen van hart- en vaatziekte preventie in alle individuen. Uniek in vergelijking met andere richtlijnen gaat deze nog een stap verder door een set suggesties te doen voor beleid op populatieniveau. Zo worden bijvoorbeeld de overheid, scholen, werkgevers en de samenleving opgeroepen om veranderingen te maken omtrent gezonde voeding. Wij denken echter, dat zorginstellingen een expliciete plek op deze lijst verdienen.
De zorginstelling als gezondheidsinstelling
Zorginstellingen worden gezien als voorbeeld wanneer het aankomt op gezondheid. Voeding dat wordt aangeboden in zorginstellingen wordt als gezond gezien door patiënten en bezoekers. Goed voorbeeld doet dus goed volgen. Naast deze voorbeeldfunctie kan een zorginstelling ook werken met zogenoemde ‘nudges’. Dit zijn veranderingen aan de omgeving die doorgaans onbewust zorgen voor een bepaalde keuze. Dat dit een belangrijke impact kan hebben blijkt uit het feit dat we per dag meer dan 200 keuzes over voeding maken. Ongeveer 90% hiervan maken we onbewust. Genoeg keuzes om de gezonde kant op te nudgen dus.
Voorbeelden van succesvolle nudges in ziekenhuizen en andere zorginstellingen gaan van stoplichtsystemen (groen voor gezonde opties tot rood voor ongezonde opties) tot algehele reorganisaties van de restauratieve voorzieningen. Deze veranderingen zijn juist belangrijk in zorginstellingen omdat een opname ook een ‘teachable moment’ kan zijn. Dit is een periode waarin de patiënt extra toegankelijk is voor leefstijladviezen en meer geneigd is om daadwerkelijk te veranderen.
Stappen om te zetten
In Amerika heeft de Amerikaanse Medische Vereniging (American Medical Association) samen met het Amerikaanse College van de Cardiologie (American College of Cardiology) al in 2017 een besluit genomen om de voeding in zorginstellingen drastisch te verbeteren. In dit besluit werd aangedrongen op voeding zonder transvetten, met lage hoeveelheden zout en suikers, helemaal geen bewerkt vlees meer en ook gezonde opties qua drinken. Daarnaast werd ook opgeroepen om tijdens opname al informatie over gezonde voeding aan patiënten te verstrekken. Sindsdien zijn al veel zorginstellingen in Amerika overgestapt naar gezonde maaltijden, veelal vegetarische menu’s en educatie over voeding. Dit heeft niet alleen geleid tot een gezonder aanbod in de zorginstellingen maar ook tot een hogere tevredenheid van patiënten en bezoekers.
In Europa zijn ook meerdere goede initiatieven van de grond gekomen maar lopen we qua richtlijnen nog achter. Het meeste recente document was het European Food and Nutrition Action Plan 2015-2020. Hoewel dit bijzonder activerend klinkt én twee van de vijf hoofddoelen gingen over voeding in zorginstellingen, stond er, wonderbaarlijk genoeg, in géén van de zes voortgangsrapportages iets over verbetering van voeding in zorginstellingen. Het document voor dit Action Plan was een besluit uit 2003 dat voornamelijk ging over het voorkomen van ondervoeding in zieken- en verpleeghuizen. Dit was zeker, met name in sommige gevallen, een zeer relevant probleem. Toch zien we tegenwoordig, zeker in de context van hart- en vaatziekten, dat overvoeding (en met name ongezond) juist het probleem is.
Deze stap zetten wij, welke zet jij?
Hoog tijd dat er dus wat gaat gebeuren. Wij, een samenwerking tussen TNO, Arts & Leefstijl, Radboudumc en het LUMC, zouden daarom graag zorginstellingen toevoegen aan de lijst van plekken voor veranderingen op populatieniveau in de ESC-richtlijn over hart- en vaatziekten preventie in de klinische praktijk. Hierna kunnen andere richtlijnen en beroepsgroepen dit voorbeeld volgen. Dit kan de beleidsmedewerkers in zorginstellingen helpen om veranderingen door te voeren op het gebied van voeding. Gezonde voeding moet een belangrijk onderdeel worden van de curatieve behandeling van elke patiënt. Natuurlijk is dit maar een kleine schakel in een groot systeem dat behoefte heeft aan verandering. Zoals gezegd kunnen overheidsinstanties, scholen, commerciële partijen en individuen ook een bijdrage leveren aan gezondere voeding voor iedereen. Mocht je hier zelf een rol in willen spelen kan je ons benaderen voor ondersteuning, inspiratie en samenwerking!
Lees hier het artikel in Clinical Nutrition dat ik onder andere met Pim Assendelft (Radboudumc), Hanneke Molema (TNO, Lifestyle4Health), Iris de Vries (Vereniging Arts & Leefstijl) en Douwe Atsma (LUMC) schreef.
Over Daan de Frel
Daan de Frel is arts-onderzoeker op de afdeling cardiologie in het Leids Universitair Medisch Centrum. Zijn focus is de implementatie van leefstijlgeneeskunde in de zorg met hierbij speciale aandacht voor voeding, roken, hart- en vaatziekten en diabetes.