Opinie artikel van Suzan Wopereis, in kader van NRC Live serie over Preventie en Gezondheid.
‘Leefstijl als medicijn’, waarbij leefstijl aanpassing als therapie wordt aangeboden in de zorg, kan veel gezondheidswinst teweegbrengen. Maar wie gaat dat betalen? Ligt de verantwoordelijkheid bij de overheid, de gezondheidszorg, het bedrijfsleven of de burger zelf? Geen enkele speler krijgt deze transitie in zijn eentje voor elkaar. We moeten naar een nieuw ecosysteem, waarin leefstijlgeneeskunde centraal staat en een rol is voor alle partijen. Samen zijn we verantwoordelijk voor een gezonde maatschappij.
De gezondheidszorg zoals we die kennen zit gek in elkaar. Er wordt pas actie ondernomen als er sprake is van ziekte, in plaats van die te voorkomen. Vreemd, zeker als je het vergelijkt met de tandheelkunde. Vanaf jongs af aan gaan we twee keer per jaar naar de tandarts toe om te voorkomen dat er problemen ontstaan. Maar voor het grootste goed – onze gezondheid – kennen we dit soort preventie niet. Waarom niet eens in de zoveel tijd een routinecheck? En dus streven naar een transitie van het huidige systeem dat focust op ‘ziekte-behandeling’ naar een systeem dat echte ‘gezondheids-zorg’ levert. In dergelijke ‘gezondheids-zorg’ focussen we als maatschappij op het proactief behouden van gezondheid en proberen we welvaartsziekten te voorkomen.
LEEFSTIJL ALS MEDICIJN
Zover is het echter nog lang niet. Laten we eerst eens inzoomen op de curatieve zorg, waar leefstijl als medicijn per slot van rekening over gaat. Leefstijlfactoren, zoals ongezonde eetgewoontes, stress, weinig beweging en slaap, kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van ziekten zoals type 2 diabetes, hart- en vaatziekten, obesitas en osteoporose. Nu behandelen we de symptomen, zoals verhoogd glucose, vaak met medicijnen. Daarmee wordt echter de achterliggende oorzaak en met name de ziekteprogressie niet aangepakt.
“Nu behandelen we de symptomen vaak met medicijnen. Daarmee wordt echter de achterliggende oorzaak en met name de ziekteprogressie niet aangepakt”
Maar het kan ook anders. Het is fascinerend om te zien dat aanpassing van leefstijl in grote mate ziekteprogressie kan stoppen en zelfs ziekteverschijnselen kan normaliseren, ook wel ‘remissie’ genoemd. Daar wil je zoveel mogelijk gebruik van maken. Neem het voorbeeld van type 2 diabetes. Langdurig onderzoek naar de mogelijkheid om type 2 diabetes te normaliseren is tot nu toe nog schaars, maar wel veelbelovend. In een recente studie met een grote groep type 2 diabeten (n=306) waarbij er een beproefd en gestandaardiseerd leefstijladvies is toegepast, ging na 1 jaar 46% van de interventiegroep in remissie tegenover 4% van de controlegroep (Lean et al, Lancet 2017). Ook de resultaten van het Nederlandse initiatief ‘Keer Diabetes2 Om’ zijn veelbelovend. Bijna 90% van de deelnemers is geheel of gedeeltelijk van de medicijnen af, en/of heeft gezondere bloedsuikerwaarden. Bijna 40% kan na een jaar nog steeds zonder medicatie.
WAT IS HET ADDERTJE ONDER HET GRAS?
Deze cijfers zien er prachtig uit, maar iedereen weet dat een totale ommezwaai van leefstijl voor veel mensen erg moeilijk vol te houden is. Bovendien zal leefstijl niet bij elke patiënt tot remissie leiden. Bij een deel van de diabetes type 2 patiënten uit de eerder genoemde studie van Lean et al. werkte de leefstijlbehandeling niet. Bovendien is afhankelijk van de oorzaak van de ziekte de ene leefstijl behandeling succesvoller voor bereiken van remissie dan de andere (Blanco-Rojo R et al, Diabetologia 2015). Kortom, voor een succesvolle inzet van leefstijl als medicijn is een uitgebreide diagnose met een daarop afgestemde leefstijlbehandeling nodig, die voor jou als individuele patiënt het meest efficiënt is. En die idealiter rekening houdt met je (smaak)voorkeuren en je gezinssituatie.
“Als 40% van de type 2 diabetespatiënten met leefstijl als medicijn in remissie gaat, bespaart dat in 5 jaar alleen al 2,7 miljard euro aan medische kosten”
GEBRUIKMAKEN VAN LEEFSTIJL
Als 40% van de type 2 diabetespatiënten met leefstijl als medicijn in remissie gaat, bespaart dat in 5 jaar alleen al 2,7 miljard euro aan medische kosten. En dit percentage is haalbaar in een scenario van uitgebreide diagnose, leefstijl op maat en uitgebreide coaching. Bovendien kunnen daar kostenbesparingen door verminderd ziekteverzuim of toegenomen productiviteit nog bij opgeteld worden. Naast economische voordelen heeft leefstijl als medicijn natuurlijk ook positieve impact op de kwaliteit van leven van de patiënt.
WIE WINT?
Als we het er over eens zijn dat leefstijlgeneeskunde werkt, waarom wordt het dan in de praktijk nog nauwelijks toegepast? Leefstijlgeneeskunde is voor veel partijen niet interessant. Er is geen patent op te krijgen en daarom is het lastig om financiering te krijgen. Bovendien zijn veel partijen betrokken die samen aan implementatie zullen moeten werken. Daartegenover staat de gezondheidswinst voor de patiënt en op lange termijn ook winst voor de zorg, zorgverzekeraars en de maatschappij als geheel.
“Zonder businessmodellen die de waarde en winst neerleggen bij de partijen die investeren, zal er weinig gebeuren op het gebied van leefstijlgeneeskunde”
VERDIENMODEL
Zonder businessmodellen die de waarde en winst neerleggen bij de partijen die investeren, zal er weinig gebeuren op het gebied van leefstijlgeneeskunde. Het creëren van innovatieve modellen en het zichtbaar maken van de meerwaarde voor alle belanghebbenden is essentieel. We moeten uitzoeken hoe we dergelijke initiatieven optimaal kunnen vormgeven. Wie investeren er, en hoe ziet het businessmodel eruit?
INITIATIEVEN
Er zijn gelukkig al allerlei initiatieven – Keer Diabetes2 Om, De Bas van de Goor Foundation, GezondDorp – die leefstijl als medicijn in de praktijk brengen en succesvol lijken te zijn in het bereiken van leefstijlverandering. Het is daarbij belangrijk dat initiatieven ‘evidence based’ zijn en daarvoor is meer implementatie-gedreven onderzoek cruciaal. Het Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde wil het platform zijn waar alle relevante partijen samenkomen en samenwerken om dergelijk onderzoek mogelijk te maken en leefstijl als medicijn te gaan implementeren. Gelukkig begint er meer aandacht voor leefstijlgeneeskunde te komen vanuit de overheid en ook werkgevers zien inmiddels de noodzaak van gezonde leefstijl om uiteindelijk ziekteverzuim te verminderen.
Het is zaak om nú samen door te pakken, waarbij we een ecosysteem ontwikkelen waarin leefstijlgeneeskunde centraal staat en alle betrokken stakeholders een rol spelen. Alleen dan komen we tot een gezondere maatschappij en echte ‘gezondheids-zorg’!