Zie je het al voor je? Je gaat naar de dokter, doet je verhaal en je krijgt een recept. Niet om naar de apotheek te gaan en je tabletten op te halen, maar naar een beweeg- en leefstijlloket voor een persoonlijk beweegadvies. Eigenlijk zo simpel én zo bewezen effectief. Dus de hoogste tijd voor artsen om bewegen als medicijn voor te schrijven.
Veel mensen zullen reageren: ‘bewegen, dat is toch de normaalste zaak van de wereld? Daar heb je toch geen verwijzing van een arts voor nodig?’ In de praktijk blijkt het tegendeel en daarom is er grote behoefte aan deze nieuwe ‘medicatie’. Want mensen motiveren om in beweging te komen én te blijven blijkt nog een hele klus. De pandemie van bewegingsarmoede én de COVID-pandemie in ons land laten zien hoe belangrijk het is om ‘bewegen als medicijn’ landelijk op de kaart te zetten en hoe essentieel samenwerking en afstemming daarin is tussen zorgverleners en beweegaanbieders.
We zitten te veel en bewegen te weinig
Nederlanders zitten heel veel en bewegen steeds minder. We passen hele natuurlijke bewegingsvormen in ons dagelijks leven steeds minder toe. Trappenhuizen in gebouwen worden vermeden, want er is een roltrap of lift. Auto en trein zijn gekomen als vervanging van lopen en fietsen. En je hoeft maar een warenhuis of bouwmarkt binnen te stappen of de technische ‘hulpmiddelen’ worden je aangereikt. Dat scheelt een hoop inspanning, kracht en zweet bij het klussen, schoonmaken van je huis of onderhouden van je tuin. Heel handig, maar helaas met alle gevolgen van dien…
De World Health Organisation meldt dat reeds vanaf 2012 jaarlijks 5,3 miljoen mensen overlijden aan ziekten direct gerelateerd aan bewegingsarmoede, zoals suikerziekte type 2 (diabetes mellitus), overgewicht, obesitas en hart- en vaatziekten. En dat is vanaf 2016 alleen maar toegenomen. Juist bewegen is een effectief preventief en therapeutisch middel bij veel van deze aandoeningen. De Volksgezondheid Toekomstverkenning (RIVM 2018) concludeert dat Nederlanders stimuleren tot meer bewegen enorm kan bijdragen aan het verminderen van ziektelast, sterfte en zorguitgaven. Het is daarom belangrijk om regelmatig sporten of bewegen én minder zitten tot norm te maken om zo gezondheid langdurig te bevorderen.
Bewegen op recept
Bewegen zou veel meer voorgeschreven moeten worden door artsen! Sportartsen zijn medisch specialist beweegzorg en hebben specifieke kennis van het effect van sporten en bewegen op de gezondheid en ziekte. Dat de sportarts er alleen is voor topsporters is een misvatting: ook mensen met een beperking of een chronische aandoening zoals artrose, diabetes, kanker, hart- en vaatziekten en astma kunnen bij een sportarts terecht. Dat geldt ook voor mensen die lang vermoeid blijven na COVID. De sportarts kan als geen ander een beweegrecept op maat voorschrijven aan mensen met deze aandoeningen. Soms is hier aanvullende inspanningsdiagnostiek voor nodig. Net als bij het voorschrijven van een medicijnen geef je immers niet iedere patiënt hetzelfde pilletje of dezelfde dosering. Je kijkt op individueel niveau wat risico’s zijn en wat het beste gaat werken.
Daarnaast is de sportarts ook goed op de hoogte van de ‘bijwerkingen’ (lees blessures en inspanningsgerelateerde klachten) en ‘interacties’ (bijvoorbeeld trainen rond operaties of oncologische behandeling) van het medicijn bewegen. De sportarts kan dus een belangrijke rol spelen bij het bevorderen van een gezonde beweeg- en leefstijl, verkleinen van de gezondheidsrisico’s en het inzetten van bewegen als medicijn bij een scala aan veel voorkomende aandoeningen. Dit is ook de belangrijkste reden dat de Sportgeneeskunde in 2014 erkend is als medisch specialisme.
Maar juist ook andere artsen en medisch specialisten zouden bewegen in hun therapeutisch arsenaal moeten opnemen en het veel vaker moeten voorschrijven aan hun patiënten. Hoewel zij meestal op de hoogte zijn van het belang van bewegen en er positief in staan, ontbreekt het vaak aan tijd praktische tools en kennis van de lokale/regionale mogelijkheden om bewegen als medicijn in te zetten voor hun patiënten. Daarnaast blijkt er een enorme kloof te bestaan tussen de gezondheidszorg en de sport- en beweegwereld. Gelukkig zijn er in Nederland steeds meer goede initiatieven om deze kloof te dichten.
Landelijk netwerk bewegen
Een jaar geleden ging, op initiatief van de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG), een Taskforce Exercise is Medicine National Center (TF EIM NC) van start met organisaties uit het zorg- en beweegveld. Om de boodschap ‘bewegen als medicijn’ uit te dragen én concreet invulling te geven, hebben 15 landelijke koepelorganisaties uit zowel zorg- als sport- en beweegveld de handen ineen geslagen. Zij maken zich sterk om een landelijk netwerk rondom ‘bewegen’ te realiseren waarin zorgverleners en beweegaanbieders proactief en op maat samenwerken op het gebied van preventie en behandeling van (chronische) aandoeningen zodat de fysieke en mentale gezondheid en fitheid van de Nederlandse bevolking optimaal wordt beïnvloed.
Deze maand is dit Nederlandse Exercise is Medicine National Center (EIM NC) ook erkend door de American College of Sportsmedicine (de initiatoren van Exercise is Medicine) en de Europese tak hiervan. Daarmee is deze zomer een mijlpaal bereikt in het realiseren van een landelijk netwerk ‘bewegen’. Maar veel belangrijker dan deze erkenning is dat de vele vaak goedbedoelde initiatieven rond bewegen en gezondheid in Nederland vanaf nu gecoördineerd en gekanaliseerd gaan worden.
Passende beweegactiviteiten als passende zorg
Deze beweging van samenwerking rondom ‘beweeg-zorg’ is cruciaal om samen op te trekken richting overheid, (zorg)verzekeraars en zorginstellingen om de beweeg-zorg in ons land te verbeteren. Dat kan concreet als (zorg)verleners proactief en op maat ‘bewegen’ gaan voorschrijven. Denk aan een gerichte verwijzing en overdracht van zorgverleners naar sport- en beweegprofessionals voor passende beweegactiviteiten. Wat ook helpt is wanneer bewegen – meer dan nu – wordt opgenomen in de behandelrichtlijnen van chronische aandoeningen. Met elkaar maken we ons sterk om vanuit het National Center dit gecoördineerd in praktijk te brengen. Dat gaat de gezondheid en fitheid van velen bevorderen.
Deze zomer wordt er vanuit het ministerie van VWS hard gewerkt aan het Integraal Zorg Akkoord. Preventie & Leefstijl is daar een belangrijk onderwerp van gesprek… dat biedt kansen om Nederland in beweging te krijgen. Nu is het moment om die beweeg- en leefstijlloketten voor een persoonlijk beweegadvies grootschalig uit te rollen over ons land! Benieuwd of er bij onze overheid handen op elkaar gaan voor bewegen op recept als passende zorg.
Hans Zwerver (eerste foto) is bijzonder hoogleraar sport- en beweeggeneeskunde bij het UMCG en werkt als sportarts bij Ziekenhuis Gelderse Vallei. Hij is een van de voortrekkers van het Exercise Is Medicine National Center in Nederland.
Harry van der Zaag is directeur van de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG). Participeren in het National Center Exercise is Medicine? Stuur een mail naar vsg@sportgeneeskunde.com
*Betrokken partijen: Amsterdam Universitair Medische Centra, NL Actief, Vereniging voor Bewegingswetenschappen Nederland, Nederlandse Orthopaedische Vereniging, Stichting Tegenkracht, Partnerschap Overgewicht Nederland, Vereniging Arts en Leefstijl, UMCG – Centrum voor Revalidatie, Kenniscentrum Sport en Bewegen, Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen, Sportkunde, Hartstichting, Nederlands Paramedisch Instituut, Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie en Vereniging voor Sportgeneeskunde