Lifestyle4Health is vanaf de start een publiek-privaat samenwerkingsplatform vanuit de overtuiging dat publiek-private samenwerking (PPS) noodzakelijk is voor een succesvolle transitie van ziekte en zorg, naar gezondheid en gedrag van mens en maatschappij. Maar PPS-en gericht op leefstijl en preventie blijken niet makkelijk van de grond te komen. Hoe komt dat? Wat zijn de uitdagingen en wat maakt een PPS juist wel succesvol? En hoe kunnen PPS-middelen beter benut worden? Diverse partners van het Lifestyle4Health-platform hebben dit besproken en proberen antwoord op deze vragen te geven. De belangrijkste boodschap: PPS-en hebben veel potentie om bij te dragen aan de transitie mits ze opgebouwd zijn uit gezamenlijke doelen, complementaire partners, goede onderlinge relaties en transparantie over ieders belang en rol.
Waarom zijn PPS-en nodig?
Samenwerking is dé sleutel tot succes bij de maatschappelijke opgaven van nu. De gedachte is dat door economische belangen te koppelen aan sociale, gezondheids- en duurzaamheidsdoelstellingen de maatschappelijke transities versneld kunnen worden. Daarvoor zijn PPS-en onmisbaar. PPS-en zijn de meest verregaande vorm van samenwerking tussen publieke organisaties en bedrijven, met een heldere verdeling van taken en risico’s. Commerciële en maatschappelijke belangen worden samengebracht of op elkaar afgestemd. In een PPS werken meerdere partijen samen aan één project en elke partij neemt het deel voor zijn rekening waar hij het beste in is. Door deze samenwerking wordt binnen een PPS-constructie meer gestuurd op het gewenste einddoel van een project en op de toepasbaarheid en opschaalbaarheid ervan. Dit in tegenstelling tot de meer traditionele vormen van aanbesteding waarbij de overheid vaak al in grote mate de uitvoeringswijze bepaalt. Bovendien verschilt het van fundamenteel onderzoek, waar toepassing en opschaling niet centraal staan. In een goede PPS-constructie is er ruimte voor samenwerkende partijen om invulling en uitvoering van een project naar eigen inzicht vorm te geven, waardoor zij elkaars expertise en toegevoegde waarde optimaal kunnen benutten. Dat leidt tot innovatievere projecten met een grotere kans op impact in de maatschappij.
Wat maakt een PPS-samenwerking succesvol?
Er zijn verschillende factoren die kunnen bijdragen aan een succesvolle PPS-samenwerking volgens Lifestyle4Health-partners. Zo is het belangrijk een groep van, niet teveel, complementaire partijen bij elkaar te krijgen. “De samenwerking verloopt in het algemeen het beste als er niet te veel overlap is tussen de betrokken partijen, als PPS-partners elkaar juist aanvullen. Is dat niet het geval dan is het risico dat de belangen schuren en de samenwerking en het resultaat daaronder lijdt”, zegt Marjan van Erk, programmabureau Lifestyle4Health. “Het is inderdaad belangrijk om de partners binnen een PPS slim te kiezen. Idealiter zou je komen tot een beperkte groep van deelnemende partijen, die geen overlap hebben en complementair zijn. Je wilt dat synergie ontstaat”, stelt Sandra Eikhout, market director TNO en lid van de L4H-board. Gluco-Insight is een mooi voorbeeld van een project waarin dat gelukt is.
Daarnaast is het belangrijk dat er voldoende financiële inbreng is, al dan niet in fases. Het maken van heldere afspraken over investeringen en opbrengsten is daarbij cruciaal. De investeringen, opbrengsten en inbreng van de diverse partners kan onderling verschillen. Het begint met het opbouwen van een onderlinge relatie en het formuleren van een heldere langetermijnvisie en een gezamenlijke doel. Daarbij is het belangrijk dat de partners voldoende gedeeld belang hebben en transparant zijn over de belangen, resultaten en impact.
Wat zijn uitdagingen bij PPS-en voor leefstijl en preventie?
Soms lijkt het of het vormen van een PPS gericht op gezondheidsbevordering en gezonde leefstijl specifieke uitdagingen kent. Zoals het vinden van de juiste partners die mee willen investeren in de samenwerking. Hoewel het vinden van investerende partijen een algemeen probleem is, is dit bij leefstijlgeneeskunde extra lastig. Dit komt doordat er in dit veld nog weinig grote spelers actief zijn en de potentiële investeerders voornamelijk uit kleine, startende bedrijven bestaan. Dat de ‘return on investment’ nog lastig in beeld is te krijgen voor leefstijlinterventies, draagt daar aan bij. Bovendien is er tijd nodig om nieuwe samenwerkingen te vormen en gelden vrij te maken.
“Het is waardevol dat je elkaar leert kennen en er basis van vertrouwen is voordat je begint”, denkt Sabita Soedamah-Muthu (klinisch epidemioloog, Tilburg University). En dat werkt bij PPS-en anders dan bij ‘gewone’ onderzoeksprojecten en -programma’s. “Als universiteit zoeken wij vaak private partners bij een onderzoeksidee. Het is voor veel partners vaak echter lastig om in-cash te investeren in projecten, zeker als ze gericht zijn op (geïndiceerde/ zorg gerelateerde) preventie en kwetsbare groepen. In-kind is vaak makkelijker voor dit soort partijen. Dat betekent dat we soms teveel partners nodig hebben om de begroting van dit soort projecten rond te krijgen. En dat maakt de samenwerking lastiger, omdat je met diverse partijen uit verschillende werelden en met verschillende belangen te maken hebt”, aldus Soedamah-Muthu.
Verder zijn PPS voorstellen gericht op leefstijlgeneeskunde vaak minder fundamenteel en meer implementatiegericht. Dat betekent dat er voor de beoordeling ook experts nodig zijn met verstand van implementatie(onderzoek). “Daarnaast is de evidence voor leefstijlinterventies lastiger te verkrijgen, dat heeft invloed op de kans om subsidie te krijgen. Hetzelfde geldt voor samenwerking met private partijen, ze zijn voorzichtig om in te stappen op onderzoek naar (nog) niet bewezen effectieve leefstijlinterventies. Bovendien kunnen de gestelde voorwaarden voor financiering een uitdaging zijn voor de samenwerking met private partners”, vertelt Hanneke Molema, programmabureau Lifestyle4Health.
Hoe kunnen we PPS-gelden beter gaan benutten?
Toch zijn er ook succesvolle voorbeelden: het Diabetes Fonds heeft met succes diverse PPS-aanvragen doorlopen. “Wij definiëren, met behulp van de ‘Theory of Changes’, onze impactdoelen. Dit geeft helderheid over de gewenste effecten bij stakeholders. We investeren alleen in innovatieve projecten die echt de moeite waard zijn”, legt Diena Halbertsma, algemeen directeur Diabetes Fonds, uit.
Een ander voorbeeld om van te leren is Regmed XB, een grote samenwerking rondom regeneratieve geneeskunde. Hier wordt gebruik gemaakt van een bureau dat ontzorgt in het proces van het aanvragen van onderzoeksgeld. Denk aan coördinatie van de indienings- en beoordelingsprocedure, het verzorgen van financiële administratie en het contact met Health~Holland. Deze vorm van coördinatie/ coaching gedurende het aanvraagtraject kan de kans van het succesvol doorlopen van een projectaanvraag aanzienlijk verhogen.
Er zijn via organisaties, zoals Health ~Holland (zie ook het kader hieronder) en de Samenwerkende Gezondheidsfondsen, veel middelen beschikbaar voor PPS-en die zich richten op meer gezondheid, minder zorg, en innovaties op het gebied van leefomgeving en leefstijl. Om deze gelden beter te benutten, is het van belang om het verhaal en de missie van een PPS helder te formuleren en relevante complementaire partners te betrekken om een innovatief projectvoorstel op te tuigen met een maatschappelijke en economische impact op zowel de korte als lange termijn.
Nieuwe PPS-regeling Health~Holland
De PPS Innovatieregeling (PPS-I) vervangt de oude PPS-regeling. In die oude regeling legde het ministerie van VWS 30% van het door de PPS-partners geïnvesteerde bedrag bij aan PPS-toeslag. Deze ‘verdiende’ PPS-toeslag moest worden ingezet voor nieuwe R&D-projecten. Hoewel een evaluatie uit 2021 liet zien dat de PPS-subsidiemodule bijdraagt aan het stimuleren van private investeringen in publiek onderzoek, het bevorderen van PPS-samenwerkingen en het ontwikkelen van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen, laten de uniformiteit in de uitvoering, de administratieve lasten en toegankelijkheid voor het MKB te wensen over. Daarnaast is het de bedoeling dat er in het innovatiebeleid meer aandacht komt voor valorisatie en het creëren van marktkansen.
De doelstelling van de gewijzigde PPS-innovatiemodule blijft op hoofdlijnen gelijk aan die van de voormalige PPS-toeslagmodule. Het doel blijft om publiek-private samenwerking binnen de topsectoren te versterken voor onderzoek dat op (middel)lange termijn maatschappelijk en economisch relevant is. Dit gebeurt binnen de PPS-programma’s van de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) die gericht zijn op de Kennis- en Innovatieagenda’s van het missiegedreven innovatiebeleid.
Wat verandert er? In de eerste plaats geldt dat per TKI subsidieplafonds zijn ingevoerd, die jaarlijks opnieuw zullen worden vastgesteld. Daarmee komt een einde aan het open einde-karakter van deze subsidiemodule en is de subsidieomvang per TKI niet langer afhankelijk van de door het TKI verzamelde private inbreng (grondslag) in PPS-projecten. De PPS-toeslag is dan ook afgeschaft. Ten tweede ontwikkelen TKI’s zelf hun PPS-programma (zoals voorheen ook het TKI-programma) en dienen daarvoor een aanvraag in bij de minister (de Rijksdienst voor ondernemend Nederland; RVO). De aanvraag betreft het verkrijgen van programmasubsidie, die vervolgens worden ingezet voor de uitvoering van PPS-projecten binnen het programma. Er zijn meer concrete eisen gesteld aan het programma dat TKI’s moeten indienen bij de aanvraag voor PPS-programmasubsidie, in vergelijking met de eisen die aan het toenmalige TKI-programma gesteld werden. In het verlengde daarvan zijn TKI’s verplicht om binnen anderhalf jaar na de start van het PPS-programma vast te stellen voor welke samenwerkingsprojecten ze de ontvangen PPS-programmasubsidie willen aanwenden.