Op 1 januari 2014 werd onze gesloten jeugdkliniek DOK3 in Groningen volledig rookvrij [1-2]. Dit was de eerste rookvrije behandelkliniek in ons land. Het effect was enorm. De nieuwe rookvrije werk- en behandelcultuur had een groot preventief effect, want in tegenstelling tot voorheen begonnen niet-rokende jongeren en collega’s niet met roken tijdens hun opname of werk. Het had ook een groot behandeleffect, want rokende jongeren en collega’s gingen rookvrij hun dagen door brengen en leerden rookvrij pauzes te nemen, oefenden met gesprekken met anderen zonder de veiligheid van de brandende sigaret tussen de vingers, en ontdekten dat ze prima konden poepen zonder dat ze eerst moesten roken. Ze leerden om niet meer van rookmoment naar rookmoment de dag door te komen, maar dat je ook op een andere manier je dagen kunt structureren. En dan niet door steeds te snoepen. Ze leerden hoe verslaafd ze eigenlijk waren, zelfs als je nog maar 15 jaar bent. Een flink deel van de rokers kreeg het wel voor elkaar om volledig met roken te stoppen, ook buiten de kliniek, en we zagen dat ook anderen in hun netwerk gestimuleerd werden om te oefenen met het rookvrij leven. Het effect was zo groot; dit had ik nooit in één-op-één consulten met mijn patiënten kunnen bereiken. Ik besloot de gehele zorg in ons land rookvrij te maken: rook de zorg uit! Samen op weg naar een rookvrije generatie [1-2].
Een deel van de opgenomen jongeren ging in het weekend naar huis en verbleef daar. Echter, bij ouders of andere verzorgers die wel nog doorrookten. Deze jongeren werden vaak weekend rokers, en in ieder geval weekend meerokers, om vervolgens op zondagavond weer terug te keren naar onze rookvrije kliniek. Intoxicatie en detoxificatie van tabaksrook volgden elkaar elk weekend weer op.
We weten dat roken schadelijk is voor de lichamelijke gezondheid en dat het rokers zelf veel geld kost. We weten ook dat de Rijksoverheid jaarlijks miljarden verdient aan tabaksaccijnzen, en dat ook de zorg miljarden euro’s elk jaar weer binnen harkt met het repareren van de lichamelijke gevolgen van het roken.
Wat we minder goed weten is dat roken en meeroken een dramatisch negatief effect hebben op de mentale gezondheid van mensen. In onze kliniek werd het vooral de eerste dagen na een doorrookt weekend goed zichtbaar. In het weekend roken en meeroken om vervolgens drie dagen flink te ontwennen. Drie dagen, elke keer weer die typische onthoudingsklachten, zoals concentratieproblemen, nervositeit, prikkelbaarheid onrust of moeite om in te slapen [3-4]. Het leken wel van die typische ADHD-ers, die terugkwamen na het weekend. Een deel van de jongeren had deze diagnose al vele jaren in the pocket, maar het interessante was dat bij zowel de gediagnosticeerde ADHD-ers als bij de jongeren die deze diagnose niet hadden, de ADHD-klachten vrijwel verdwenen aan het eind van de rookvrije week. Ik herinner me nog goed een gesprek met een jongen die na enkele weken verblijf in onze rookvrije kliniek aan me vroeg of hij wel echt ADHD had? Hij merkte namelijk dat geen ADHD-klachten meer had sinds hij zelf niet meer rookte en ook niet meer met zijn ouders of anderen meerookte. Hij was zelf al gestopt met zijn methylfenidaat en dat voelde veel beter. Hij vertelde dat hij was opgegroeid met rokende ouders, net zoals zo’n 825.000 andere Nederlandse kinderen. Ook had zijn moeder gerookt tijdens de zwangerschap net zoals de jaarlijks 14.500 Nederlandse ongeboren kinderen [3-4].
Elke week sterft een ongeboren kind door het meeroken in de buik, en een behoorlijk deel van de kinderen die de doorrookte zwangerschap wel overleefd heeft, kampt vervolgens met lichamelijke klachten. Thuis lekker slapen in een doorrookt huis; dag en nacht meeroken met de rook die je ouders en hun vrienden gedurende de dag hebben uitgeblazen. Derdehands rookdeeltjes adem je ook nog in via de knuffel die bij je in bed ligt en de deken over je heen. Je brein en de rest van je lijf wordt weer flink gemarineerd in de nicotine en andere stoffen in tabaksrook. Overdag ga je naar de rookvrije lagere school en je schiet weer acuut in detox. Je wordt onrustig en prikkelbaar, kan je niet goed concentreren tot je neurotransmitters aan het eind van de middag weer gerustgesteld worden als je de doorrookte auto van je ouders instapt.
Roken is één van de belangrijkste te voorkomen oorzaken van psychische klachten en ziekten; dat is mijn mening en dat is mijn observatie. Dit begint al op zeer jonge leeftijd, bij een deel al in de buik van de moeder, maar mogelijk ook al ver daarvoor. Zeer veel over deze negatieve invloed is, echter, nog onbekend. Het wetenschappelijk onderzoek op dit vlak laat het flink afweten. We staan er als onderzoekers net als de meeste behandelaars bij en kijken er naar. De rook lijkt ons zicht te beperkten. Maar loop maar eens rond in een willekeurige GGZ-, verstandelijke gehandicaptenzorg-, jeugdzorg- of verslavingszorginstelling en tel de rokers en meerokers, zowel onder patiënten als medewerkers. Je kan ze zien en anders wel ruiken. En ga dan eens het gesprek aan over roken en de betekenis en invloed op het leven. Praat over de positieve kanten van het roken, want die zijn er ook zeker, maar wees ook eens nieuwsgierig naar niet alleen de lichamelijke, maar vooral ook de mentale negatieve gevolgen van dit consumentengedrag.
In 2030 zouden deze sub-sectoren van de zorg net als de rest van de zorg volledig rookvrij moeten zijn. Dit hebben we immers in het Nationaal Preventieakkoord eind 2018 met elkaar afgesproken. Maar de vaart zit er nog niet echt in, en ik vrees dat zolang de rook er nog blijft hangen dat de meeste behandelaars en onderzoekers op het gebied van mentale gezondheid en ziekte niet gaan zien wat ik sinds 2014 wel ben gaan zien [5]. Na 2030 wordt alles anders, hoop ik..
Referenties;
- https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/verslavingsarts-robert-van-de-graaf-ik-wil-instellingen-rookvrij-maken.htm
- https://www.trimbos.nl/actueel/gastcolumns/van-doorrookte-naar-rookvrije-zorg-verslavingszorg-ligt-op-koers/
- Van de Graaf RC, Kuiert M, Anthonio G. Verslavingsproblematiek. In: De Vries m, De Weijer T. Handboek Leefstijlgeneeskunde. Houten: BSL 2022:165-184.
- Tromp-Beelen T, Croes E, Van de Graaf R. Hoofdstuk 7. Tabak. In: Van den Brink W, et al. Farmacotherapie bij verslaving. Houten: Prelum 2019; 97-124.
- Van de Graaf R, Kuitert M. Hoofdstuk 13. De rol van de zorgprofessional. In: Cahn et a;. Leefstijlpsychiatrie. BSL Houten 2022:333-262.
Over de schrijver:
Robert van de Graaf is verslavingsarts bij Verslavingszorg Noord Nederland en vanaf 1 januari 2023 bij Zorg van de Zaak. Naast het behandelen van individuen die muurvast zitten in een complex van ongezonde consumentengedragingen is hij gespecialiseerd in het behandelen van organisaties die (bewust of onbewust) ongezond leefstijlgedrag bij medewerkers stimuleren. Het doorbreken van de intergenerationele overdracht van ongezond leefstijlgedrag van volwassenen op kinderen is wat hem in zijn werk drijft.